Je kent ze wel, de filmpjes van open- en dichtgaande bloemen, steden die van dag- naar nachtlicht gaan enzovoort. Dat is een timelapse die in enkele tientallen seconden - versneld - honderden foto's vertoont. Het is het principe van de tekenfilm. Iedere foto is net even anders waardoor beweging ontstaat bij versnelde vertoning.
Het voorbeeld is een timelapse die van 200 foto's gemaakt met een interval van 5 seconden tussen iedere foto. Duizend seconden dus om alle foto's te maken. Er zitten 25 foto's in één seconde van de timelapse. De totale duur is 16 seconden. Het gaat snel maar dat is ook het leuke van een timelapse.
Samenvoegen van foto's tot een timelapse betekent niet dat er een echte film ontstaat. Echte films gebruiken ook 25 beeldjes per seconde maar leggen dat aantal iedere seconde vast. Dat doet een timelapse niet. Bij een timelapse zit er een interval tussen de opnamen.
Stel je maakt iedere 10 seconden een opname, dan duurt het dus 25x10 seconden (= 4.2 minuten) voordat je voldoende foto's hebt om één timelapse seconde te vullen. Een echte film zou dan al 250x25=6250 beeldjes hebben vastgelegd! In een timelapse pers je dus 4.2 minuten beeldmateriaal in één seconde.
Zelf een timelapse maken met je camera is niet moeilijk. Je hebt er wel veel foto's voor nodig en een softwareprogramma dat de foto's tot een filmpje kan samenvoegen.
Dit zijn de noodzakelijke stappen:
Een timelapse is alleen leuk om naar te kijken als er wat gebeurt en wanneer het effect van de versnelling iets toevoegt. Natuurverschijnselen zoals op- of ondergaande zonnen zijn heel geschikte onderwerpen. Bewegende autolichten in het donker doen het ook goed. Van wolkenluchten kun je een prachtige timelapse maken. Uitgangspunt bij alle onderwerpen is dat er in het beeld iets moet bewegen of veranderen dat je moet kunnen vastleggen in verschillende stadia. Uitproberen is hier het beste recept.
De tijd tussen de afzonderlijke opnamen bepaalt hoe de timelapse eruit gaat zien. Maak je veel opnamen kort na elkaar dan zal de timelapse vloeiender worden omdat er veel minimale verschillen zijn vastgelegd. Kies je voor een langer interval tussen de opnamen dan zal dat een flikkering in de timelapse geven.
Een timelapse bestaat uit honderden foto's die allemaal hetzelfde beeld fotograferen. Gebruik een statief. Zo voorkom je dat je timelapse een onrustig beeld geeft.
Je kan ook een trigger gebruiken die de camera draadloos bedient. Je moet er dan wel bij blijven wat soms erg lang kan duren als het om honderden foto's gaat. Er zijn gelukkig ook triggers te koop met een intervalschakeling. Dat is hier handiger. Veel moderne camera's hebben een ingebouwde intervalschakeling die de sluiter bedient. Je kunt deze optie gebruiken om iedere paar seconden een opname te maken en ook om het totaal aantal opnames op te geven dat je wilt maken. Maar het allermooiste is de volautomatische instelling die je op moderne camera's hebt en die naast het maken van de foto's direct een timelapse maakt in het .mov formaat.
Tijdens het maken van de timelapse zullen de lichtomstandigheden veranderen. Welk diafragma en welke sluitertijd zijn dan de beste? Overdag zal de sluitertijd 'normaal' kunnen zijn, bij nacht zal de sluitertijd noodgedwongen langer worden. Je kunt er dan ook voor kiezen de ISO-waarde te verhogen om niet al te lange sluitertijden te hoeven gebruiken. Dat kan nuttig zijn omdat een timelapse vaak beter wordt met veel opnamen kort na elkaar. Bij te lange sluitertijden kan dat een probleem geven. Je kunt dan niet kort achterelkaar fotograferen. Ook de opslag van het bestand vanuit de camerabuffer naar de SD-kaart kan lang duren met langere sluitertijden.
De keuze van het diafragma is ruimer. Scherpte of onscherpte - afhankelijk van het onderwerp - zijn hier bepalend. Ook hier een verschil tussen dag en nacht. Overdag is de keuze geheel vrij, 's nachts kun je met een hoger diafragmagetal (kleinere lensopening) lichten als sterretjes in je opnamen krijgen. Het is een keuze.
Kies in ieder geval de handmatige instelling (M) van je camera en zet het diafragma vast. De sluitertijd past zich dan aan. Iedere foto zal dan ongeveer gelijk belicht zijn.
Is de camera ingesteld dan is het tijd om de opnamen te maken. Zorg voor een volle batterij en een voldoende grote en lege SD-kaart. Afhankelijk van het formaat dat je kiest om in te fotograferen, RAW of Jpeg, zul je de benodigde ruimte op de SD-kaart kunnen uitrekenen. Houdt er rekening mee dat RAW-bestanden groter zijn en ook meer energie gebruiken bij het wegschrijven naar de SD-kaart.
Nadat de opnamen zijn gemaakt zet je ze op de tijdlijn van een videobewerkingsprogramma. Daar zijn er veel van. Het enige dat nu nog moet gebeuren is controle van de beelden. Zijn ze goed belicht? Zo niet, dan kan je ze eerst nog wat bijwerken in bijvoorbeeld Lightroom. Dat moet dan wel bij alle opnamen gebeuren om vreemde verschillen in de timelapse te voorkomen.
Onder punt 2 werd het al genoemd. Iedere seconde in de timelapse gaat 25 opnamen bevatten. Dat betekent dat iedere opname voor 1/25 seconde deel gaat uitmaken van één seconde van de timelapse en daardoor precies één frame lang is.
Mp4 is een goed werkend standaard videoformaat voor het presenteren van videoclips. Exporteer je timelapse naar dit formaat en sla het op. Het kan zijn dat je Mp4 niet goed werkt. Controleer dan of je een moderne versie van Mp4 hebt gemaakt. Oudere versies kunnen weleens problemen geven in bepaalde browsers/viewers.
Publiceer je je timelapse op een site dan gebruik je HTML5 met de videotag. Kijk hier hoe gemakkelijk het is om dat te doen.