Druk de sluiterknop half in en het objectief stelt automatisch scherp op het onderwerp. Zo makkelijk is het. Automatisch scherpstellen is daarom de meest gebruikte methode.
Toch kun je ook met de hand scherpstellen.
Aan de zijkant van moderne objectieven zit een schuiftoets waarmee je de stand 'automatisch' of 'handmatig' (manueel) scherpstellen kunt kiezen.
Kies je voor manueel dan reageert de motor in het objectief niet meer wanneer je de sluiterknop half indrukt. Je stelt dan scherp met de scherpstelring die op het objectief zit.
De foto laat een Nikor-objectief zien. De aanduiding M/A is de automatische stand waarbij autofocus de voorkeur heeft en ook nog eventueel handmatig kan worden scherpgesteld. In de stand M kan je alleen handmatig scherpstellen met de scherpstelring van het objectief.De stand M op het objectief is niet gelijk aan de M-stand op de camera! Met de M-stand van het objectief schakel je alleen de automatische scherpstelling (autofocus) door het objectief uit.
Door de M-stand op de camera te kiezen moet je alle functies zelf kiezen en instellen. Diafragma, sluitertijd, ISO-waarde en belichtingscorrectie bepaal je zelf. Wèl kan je op de M-stand van de camera de autofocus gebruiken. Handmatig scherpstellen kan uiteraard ook.
Automatisch scherpstellen is handig maar soms gaat het helemaal fout. In de voorbeeldfoto's zie je wat er gebeurt wanneer de autofocus scherpstelt op verschillende details van het onderwerp. Oorzaak is een minimale beweging zodat het onderwerp net niet meer binnen het belangrijkste scherpstelpunt van de camera ligt. Meestal ligt dat punt centraal in het zoekerbeeld. Wijk je daar iets van af dan kan het gebeuren dat de scherpte niet op de voorgrond maar juist op de achtergrond ligt. Het gebeurt vooral bij foto's waarvan het onderwerp dichter bij de camera ligt.
Maar waarom zou je handmatig scherpstellen als het ook automatisch kan? Daar kunnen verschillende redenen voor zijn.
Soms is het heel moeilijk voor de camera om automatisch goed scherp te stellen. Scherpstellen is gebaseerd op contrastverschillen en als die er onvoldoende zijn, lukt automatisch scherpstellen niet. Veel camera's hebben speciaal daarvoor een lichtje dat onder slechte lichtomstandigheden het onderwerp even beschijnt zodat de AF zijn werk kan doen. Maar zelfs dan blijft AF lastig voor de techniek.
De beste oplossing is dan om met de hand scherp te stellen. Het menselijk oog ziet meestal net iets meer dan de meeste camera-objectieven. Handig is dan de lifeview-functie van je camera als je camera dat heeft. Met lifeview zie je het onderwerp op het LCD-scherm achter op je camera. Dat maakt handmatig scherpstellen makkelijker.
Scherpte luistert bij macrofotografie heel nauw. Het onderwerp bevindt zich dicht bij de camera en is meestal heel klein. Scherpstellen op een detail vergt de nodige oefening en zeker ook een heel goed objectief. Met de hand scherpstellen is bij macrofotografie een veel gebruikte manier om dat ene detail goed in focus te krijgen. De autofocus heeft de neiging te vaak van scherpstelpunt te verspringen, handmatig scherpstellen is dan de betere methode.
Het is hiervoor al genoemd onder 'te weinig contrast'. Wanneer het donker is kan onvoldoende contrast problemen geven met automatisch scherpstellen. Handmatig scherpstellen is dan de oplossing. Gebruik bij voorkeur 'life view' als je camera dat heeft en stel met de hand scherp. Vanaf een statief is uiteraard de beste werkwijze!
Scherpstellen op een model is een vak apart. Welk deel wil je scherp hebben en hoe laat je de belichting het portret goed ondersteunen? Creatieve maar ook technische keuzes spelen hier een grote rol om een mooi portret te krijgen.
Vuistregel bij portretfotografie is scherpstellen op een van de ogen van het model. Wanneer je een hoog diafragmagetal gebruikt (kleine lensopening) zal de scherptediepte voldoende zijn om zowel de ogen als het overige beeld scherp te krijgen. Werk je met een grotere lensopening - een kleiner diafragmagetal - dan heb je met handmatig scherpstellen veel meer controle over de scherpstelling op de ogen, dan met AF.
Een heel aparte techniek om foto's van voor tot achter scherp te krijgen is 'focus stacking'. Je maakt - vanaf statief!- een serie foto's van hetzelfde onderwerp waarbij je de scherpte laat verlopen. Het stapelen van foto's vergroot de scherptediepte in foto's.
Bij de eerste foto is de voorgrond het scherpste, bij de tweede foto ligt de scherpte iets verder weg en bij de volgende foto's nog verder. Meestal zijn vier foto's genoeg. Het makkelijkste krijg je dit voor elkaar door de scherpte handmatig in te stellen.
Met fotobewerkingssoftware verwerk je de foto's zo dat ze gestapeld worden, dat heet 'stacking'. Resultaat is dat je één foto krijgt die van voor tot achter scherp is.
Hetzelfde effect is uiteraard ook te bereiken door sterk te diafragmeren, m.a.w. een hoog diafragmagetal te gebruiken. Het voordeel van 'focus stacking' is dat je de beste en scherpste diafragmawaarde van je objectief in alle gestackte foto's kunt gebruiken. Dat lukt bij een hoog diafragmagetal om voldoende scherptediepte te krijgen, niet altijd.
Bracketing is een functie die veel camera's ingebouwd hebben. Het betekent dat de camera meer foto's achter elkaar neemt met verschillende belichtingswaarden.
Focus bracketing is niet in alle camera's ingebouwd. Deze functie laat de camera verschillende foto's nemen waarbij nu niet het diafragma maar de scherpte (focus) variabel is. Het is een techniek die zoals hiervoor beschreven in de macrofotografie veel wordt toegepast. Olympus is een van de camaramerken die focus bracketing ingebouwd hebben in enkele van hun camera's. De fotograaf kan het aantal foto's opgeven - maximaal 999! - en het verschil in focus tussen de opvolgende opnamen. Resultaat is een (macro)foto met een perfecte scherpte van voor naar achteren en - indien gewenst - toch een onscherpe achtergrond.